D’une tout autre envergure se présente le nouveau projet de la saxophoniste (ténor et soprano) et compositrice Ingrid Laubrock, désormais bien connue des amateurs curieux et éclairés. Renouvelant l’expérience de Contemporary Chaos Practices, Laubrock a écrit une suite, Dream Twice, en cinq parties basée sur les “rêves”, en l’occurrence le souvenir de la rencontre avec un médium anglais qui communiquait avec certains morts. Opération risquée et ambitieuse qu’elle a réussi de main de maître en convoquant le EOS Chamber Orchestra, dix-huit musiciens placés sous la baguette de Susanne Blumenthal, et en invitant quelques solistes, dont elle-même, Sam Pluta (electronics), Cory Smythe (piano et clavier en quarts de tons), Robert Landfermann (contrebasse) et son mari Tom Rainey (batterie) qui s’intègrent parfaitement à l’ensemble. Le résultat est somptueux. Son travail d’écriture/organisation très fin et ouvert joue sur l’espace, les nuances, les couleurs, la profondeur de champ grâce à l’articulation, l’association des timbres et la répartition des masses sonores, et se déploie en nappes qui se superposent. Aucune lourdeur, aucune emphase, bien au contraire, la musique respire et nous entraîne vers des horizons inouïs.
Les mêmes compositions se présentent dans un ordre différent dans un second disque, Twice Dreamt, en version trio (Cory Smythe et Sam Pluta) avec trois invités : Adam Matlock (accordéon), Josh Modney (violon) et Zeena Parkins (harpe électrique), tandis que la saxophoniste fait courir son jeu sinueux et extrêmement maîtrisé, notamment au niveau du son. Si l’on voulait absolument simplifier les choses, on dirait que le premier disque présenterait une œuvre de musique contemporaine, et le second, sa version jazz. Mais ne me faites pas dire ce que je n’ai pas dit. Pour ma part, c’est un (double) disque comme on n’en entend pas souvent. Magnifique!

https://www.culturejazz.fr/spip.php?article3689

Ingrid Laubrock, the German-born, New York-based saxophonist and composer, set out a new marker for the lively relationship between contemporary orchestral music and jazz-rooted improvisation with Intakt's thoughtfully-titled 2018 release, Contemporary Chaos Practices. Now comes Dreamt Twice, Twice Dreamt, an adventure born of that encounter, in which Laubrock presents five pieces played in two versions - on CD1 by Cologne's EOS Chamber Orchestra plus improvising soloists, and on CD2 by the composer and the same improvisers operating as the Small Ensemble.

Laubrock has long been drawn to that shifting interface between through-composed music, jazz, and sound-bending experimentation, and this might be her most satisfying fusion of those volatile ingredients yet. The orchestral 'Dreamt Twice' accelerates from pattering percussion, horn-blurts and Cory Smythe's tumbling free-piano whirls to big-ensemble chordal surges and back to pensively probing tenor sax reflections, and 'Snorkel Cows' similarly emerges from torrential piano streams and skittering abstract sounds to sax reflections against soft strings glimmers. 'I Never Liked That Guy' arrives in woodwind murmurs and isolated percussive chord-exclamations in the orchestral version, hovering piano trills and startled soprano sax outbursts in the Small Ensemble, while 'Down The Mountain, Down The Mountain' is solemnly searching and deep orchestrally, electronically slithery and then tentatively and sometimes anxiously dreamy for the small group. Laubrock seems to be turning composition from improv vocabularies, and improv as outcrops of intricate written materials, into new languages with this impressive release

Dopo le puntate che abbiamo dedicato a novità dell'etichetta svizzera in agosto-settembre, torniamo sulla Intakt con uscite degli ultimi mesi dello scorso anno. Tra i musicisti che nella Intakt hanno trovato un interlocutore che li ha valorizzati in maniera sistematica c'è la sassofonista tedesca e newyorkese di adozione Ingrid Laubrock (a sue uscite con la Intakt avevamo dedicato anche tutta una puntata di Jazz Anthology del dicembre 2019): della Laubrock la Intakt ha adesso pubblicato il doppio cd Dreamt Twice, Twice Dreamt, il cui gli stessi brani sono interpretati sia da un piccolo gruppo che da una orchestra da camera più alcuni soliti. Con registrazionei dal vivo fra il 2009 e il 2017, The Deceptive 4 è il sesto album del gruppo Snakeoil del sassofonista Tim Berne, da una decina d'anni a questa parte una delle proposte più consistenti e coerenti del jazz più avanzato. In It's About Time, rivive Om, quartetto svizzero formato da nomi ben noti dell'avanguardia svizzera (Urs Leimgruber, Christy Doran, Bobby Burri, Fredy Studer), che con una musica sospesa fra jazz e rock ebbe un bel momento fra anni settanta e primi ottanta. Registrato dal vivo al festival Unerhoert nel 2019, Zurich Concert è un avvincente live che ci fa apprezzare la brillante intesa - malgrado si trattasse di una prima volta - del trio del chitarrista svizzero Dave Gisler con la trombettista americana Jaimie Branch, una delle figure di punta dell'avanguardia di oggi.

https://www.radiopopolare.it/podcast/jazz-anthology-di-lun-01-03-21/

Er zijn artiesten die blij-ven rondhangen in ver-trouwde oorden en daar voldoening uit halen. Daar is niets mis mee. Er zijn ook artiesten die beperkingen voor zich uitschuiven, alsof het alternatief geen optie is. Ingrid Laubrock is er zo eentje. Haar recente parcours krijgt stilaan Braxton-allure. Dreamt Twice, Twice Dreamt is een poging om een droomdag-boek vorm te geven, hoe eigenaardig dat ook is. 2 schijfjes, 2 verschillende versies, met verschillende bezettingen (klein ensemble vs. orkest) en verhakkelde struc-tuur. Een uitdagende balans van vrij en gecomponeerd/hedendaags, soms wat droog, met sleutelrollen voor o.m. Sam Pluta, Zeena Parkins en Tom Rainey. Er gebeurt veel, heel veel. Te veel om uit de doeken te doen. Laat dit volstaan: het album vergt een forse investering, maar betaalt die dubbel en dik terug.

Saxofoniste Ingrid Laubrock maakte vorig jaar een duo album met de pianiste Aki Takase: ‘Kasumi’. De start van wat een serie moet worden, want in het boekje van het eveneens bij Intakt Records verschenen ‘Blood Moon’, het album dat ze maakte met pianiste Kris Davis, lees ik “for the second installment of Laubrock’s duo series on Intakt…” We zijn dus benieuwd. Vrij kort daarna verscheen een tweede album, ‘Dream Twice, Twice Dreamt’, een dubbelalbum met vijf dezelfde stukken, de ondertitel geeft uitsluitsel: ‘Music for Chamber Orchestra and Small Ensemble’. En over duo’s gesproken, via Bandcamp lanceerde ze met partner Tom Rainey in lockdown de ‘Stir Crazy Episodes’.

Maar eerst Laubrock en Davis. Wie beiden de laatste jaren heeft gevolgd, weet dat hun muzikale taal grote overeenkomsten kent. Hun beider muziek is altijd onderhoudend, maar met een speelse kwinkslag, balancerend tussen abstractie en lyriek. En hoezeer ze soms ook kunnen verdwalen in een woud van ongepolijste noten, ineens is daar dan de uitgang, een meeslepend melodisch fragment, een krachtige ritmische frase. Een tweede kenmerk van dit prachtige album is het samenspel van deze twee. Aan alles is te merken dat ze niet voor het eerst samen op het podium staan – ze spelen onder andere samen in Paradoxical Frog – , dat ze dezelfde taal spreken en dus van elkaar haarfijn aanvoelen wat de ander gaat doen. Neem het langzame titelstuk, ‘Blood Moon’ en luister naar de wijze waarop hier wordt samengespeeld, of wellicht is ‘Flying Embers’ een nog mooier voorbeeld. Davis’ spel klinkt hier als een klokkenspel in de wind, terwijl Laubrock zachte, vibrerende klanken uit haar saxofoon laat ontsnappen.

Laubrock heeft zich de afgelopen jaren ook sterk ontwikkeld als componist. Ik gaf er reeds hoog van op bij haar uit 2014 stammende ‘Zürich Concert’ en kan dat nu weer doen aan de hand van dit ‘Dreamt Twice, Twice Dreamt’. Vijf composities die Laubrock baseerde op dromen die ze bijhoudt in haar dromendagboek. Ze schreef ze eerst voor kleine bezetting, vervolgens voor orkest, om daarmee direct die voor kleine bezetting weer aan te passen. Naast Laubrock horen we natuurlijk een keur aan musici, in het orkest tel ik er vijfentwintig, met twee vaste waarden op beide Cd’s: Sam Pluta op elektronica en Cory Smythe op toetsen. Ik beluisterde eerst dit kleine ensemble, Cd 2, met twee stukken voor trio, twee voor kwintet en één voor sextet. Abstractere muziek dan op ‘Blood Moon’, het gaat er al net zo gestructureerd aan toe als in onze dromen. Dat we deze stukken allereerst als serieuze composities moeten zien, blijkt het beste uit ‘Drilling’, tevens ook het langste stuk. Het is vooral de combinatie van elektronica en accordeon, een gastrol van Adam Matlock, die hier opvalt en het disruptieve, spookachtige klanklandschap dat hier wordt ontvouwd. En dan het luisterrijke duo Laubrock – Smythe verderop, waar Pluta letterlijk zo mooi doorheen piept. Tot slot moet hier de heftig ontsporende elektronica in ‘Twice Dreamt’ worden genoemd, in combinatie met de elektrische harp van Zeena Parkins.

En natuurlijk, het compositorische vernuft van Laubrock komt verreweg het best tot zijn recht in de uitvoering door het EOS Chamber Orchestra, onder leiding van Susanne Blumenthal. De grote diversiteit aan klankkleuren geeft Laubrock optimaal de gelegenheid haar dromen gestalte te geven. Als voorbeeld mag bijvoorbeeld dat ‘Snorkel Cows’ dienen dat qua subtiliteit en vormgeving met kop en schouders uitsteekt boven die voor trio. Maar nog mooier is deze versie van ‘Drilling’, een stuk dat gewoon onder de hedendaags gecomponeerde muziek valt. Bijzonder spannend is ook ‘I Never Liked That Guy’, Laubrock horen we hier met een mooie melodie op sopraansax, prachtig ingebed in een wonderlijke klanknevel.

Tot slot noem ik hier nog de ‘Stir Crazy Episodes’ die Laubrock samen met Rainey plaatst op Bandcamp. Tot nu toe zijn er achtenveertig (!) stukken verschenen, te downloaden van haar pagina. Genoeg voor uren en uren heerlijke spontane improvisatie. Beluisteren kan en downloaden ook, wat je ervoor betaald, mag je zelf weten.

Van ‘Blood Moon’ en ‘Dreamt Twice, Twice Dreamt’ zijn fragmenten te beluisteren via Bandcamp. De ‘Stir Crazy Episodes’ zijn allen te beluisteren via Bandcamp en hier ook te downloaden:

https://www.nieuwenoten.nl/ingrid-laubrock-kris-davis-blood-moon-ingrid-laubrock-dreamt-twice-twice-dreamt-ingrid-laubrock-tom-rainey-stir-crazy-episodes-cd-download-recensie/

現代フリー・ジャズ界で顕著に活躍するサックス奏者の2CD

ラブロックが過去10年間で見た夢を素材にCD2の小編成版を作曲。さらに2017年の共演で意気投合したドイツの指揮者から1時間のオーケストラ曲を委嘱されて、単なる小編成版の拡大版編曲ではなく、18人の楽団に2リズムと両編成に共通するソロイストも加えた再創造曲としてCD1を完成。一見、編成の異なる合わせ鏡のような2枚組は、それぞれが独立した作品とも聴ける。リモートによる編集作業を含めて、キャリア屈指の力作。

Jahrelang hat die Saxofonistin Ingrid Laubrock ihre nächtlichen Träume aufgeschrieben. Nun hat sie versucht, sich in die Notate einzufühlen und „aus diesem Zustand zu komponieren“. Entstanden ist eine beklemmende „Traummusik“ im tiefenpsychologischen Sinn: surreal, vielschichtig, unberechenbar, irritierend. „Die Träume befreiten mich von allen Zwängen konventioneller Form“, erklärt Laubrock. Ihre Traumstücke gibt es in zwei Versionen – CD 1 im großen Format mit dem EOS Kammerorchester, CD 2 mit kleiner Band. Die Kerngruppe in beiden Aufnahmen bildet Laubrock selbst (an Tenor- und Sopransaxofon) zusammen mit Cory Smythe (Klavier) und Sam Pluta (Elektronik). Zum Teil unterscheiden sich die beiden Versionen der Stücke stark – einzelne Teile wachsen an, andere schrumpfen. Alle Abläufe und Episoden hier klingen im Jazz-Sinn „frei“, folgen aber spürbar kompositorisch-konzeptionellen Ideen. Da trifft Halbtonskala auf Mikrotonalität, dann wieder spielt das Orchester in drei Tempi parallel. Einmal mehr erweist sich Laubrock als große Visionärin der Gegenwartskunst. In ihren Klang gewordenen Träumen rumort viel absurde Realität. Man sollte sie hellwach hören.

https://www.jazzthing.de/review/ingrid-laubrock-dreamt-twice-twice-dreamt/

Die Tenorsaxofonistin Ingrid Laubrock hat für ihre neues CD-Doppel fünf Stücke komponiert und diese in zwei unterschiedlichen Besetzungen für Intakt eingespielt: die erste mit dem EOS Chamber Orchestra unter der Leitung von Susanne Blumenthal, wobei die solistischen Beiträge von bewährten Musizierkumpanen wie Sam Pluta, Cory Smythe, Robert Landfermann und Tom Rainey stammen, die zweite in einem kleinen Ensemble mit Pluta und Smythe, dem Akkordeonisten Adam Matlock, Geiger Josh Modney und Harfenistin Zeena Parkins. Es beginnt mit einem schönen freien Klaviersolo, das immer stärker vom Orchester ummantelt wird, bis Laubrock am Tenor zur Befreiung antritt. Das Orchester spielt fest arrangiertes Material, fängt die Solisten immer wieder ein, fügt zusammen, beruhigt und rundet ab. Manchmal schweben engelschorhafte Geigen über dem Ganzen, Oboen, Fagotte, englische und französische Hörner machen die Sounds üppig und bringen schillernde Farben zum Klingen. Beim zentralen Stück Drilling verharren die Streicher zunächst lange in einer Art Schwebezustand, um den Smythe zauberhaft lyrische Pianosounds legt. Bei der „kleinen" Version auf der zweiten CD produziert das Akkordeon diesen wie im Äther hängenden Klang. Naturgemäß funktioniert das Small Ensemble ganz anders als das größer inszenierte, auch wenn da ebenfalls viel notiert ist. Die Kommunikation ist doch spontaner, freier. Aber auch da dominiert das kammermusikalische, es fehlen die beim Jazz häufig obligaten Instrumente Bass und Schlagzeug. Die kleine Besetzung klingt unmittelbarer, weniger konstruiert. Aktion und Reaktion erfolgen direkter, berührender. In jedem Fall ein gelungener Versuch, Improvisation und Klänge der klassischen Moderne zusammenzuführen. Musiziert wird selbstredend großartig. Ein weiterer Höhepunkt im Schaffen einer der faszinierendsten Musikerinnen der letzten Jahre.

Une œuvre majeure se reconnaît parfois à la première écoute ; il ne faut pas longtemps. Bien sûr, il y a la personnalité des auteurs, et Ingrid Laubrock appelle souvent un a priori positif ; il y a le choix des musiciens, et de ce point de vue des individualités comme le pianiste Cory Smythe ou Zeena Parkins sont déterminantes. Mais donner à la routine ses plus beaux atours ne la rend pas plus attrayante. Il faut la transcender. Offrir de nouveaux espaces. Et c’est ce que la saxophoniste réussit avec son Dreamt Twice, Twice Dreamt, disque ambitieux qui confirme son talent de compositrice qui trace sa propre voie. On l’avait entendue dans Two Works for Orchestra with Soloists ; on le subodorait déjà depuis son Octet ou même Ubatuba : la musique d’Ingrid Laubrock est une sacrée mécanique de précision complexe et ingénieuse qui fait taire avec le temps toute crainte de froideur, comme une lente et charnelle mise à nue. « Snorkel Cows », enregistré avec l’EOS Chamber Orchestra dirigé par Susan Blumenthal, rencontré au Moers Festival, en est le parfait exemple. Le travail de Smythe tout en douceur, bataillant avec un basson, l’activité lointaine de Tom Rainey comme on crayonne les perspectives d’une aquarelle, sont autant de gestes imprévisibles qui se libèrent de tous liens tout en restant implacablement précis, à l’image de la contrebasse de Robert Landfermann qui évoque le chant des baleines.

Car s’il est question de mécanique ici, c’est bien celle des chimères. Pendant plusieurs années, Ingrid Laubrock a noté ses rêves. C’est davantage une interprétation, une tentative d’en rechercher le climat qu’un récit. Elle ne raconte pas ici, elle lie les songes entre eux, comme un fil invisible qui animerait le réel, ou leur donnerait vie, jusque dans les recoins les plus étranges. On le constate avec « Drilling » où sur la version enregistrée avec le Small Ensemble, délesté de l’EOS mais accompagné de l’accordéon méphitique d’Adam Matlock, l’électronique de Sam Pluta (aperçu déjà dans Serpentines ou avec Braxton) apporte une forme de noirceur, relayée par le violon de Josh Modney. Un sentiment de malaise bruitiste s’insinue, qui va droit à l’âme, comme ces rêves incommodes dont on peine à sortir et où on revient toujours. Les songes ne sont pas forcément roses, et le tour de force de Laubrock, qui s’offre parfois quelques instants songeurs au saxophone (« I Never Liked That Guy », version Small Ensemble, où elle propose une mouture brute du luxe de détails qu’offrait l’orchestre), c’est d’arriver à donner, avec deux formations, des points de vue différents, comme des miroirs convexes ou concaves où pourraient se mirer à tour de rôle Berio ou Stockhausen, discrètes influences.

Voilà bien une gageure que réalise Ingrid Laubrock avec Dreamt Twice, Twice Dreamt ! Elle livre une musique pleine et accomplie sans emphase, qui doit tout autant à sa connaissance de la musique écrite occidentale contemporaine (on notera quelques rhizomes braxtoniens dans sa relation à l’orchestre, notamment dans le mouvement général de « Down The Mountain, Down The Mountain » avec l’EOS) qu’à sa propre liberté. On appréciait chez Laubrock cette capacité à laisser de la place aux solistes et à l’imprévu au sein d’une finesse d’écriture incontestable, servie par des personnalités idéales pour ce genre de biotopes, l’intenable Smythe en tête, notamment lorsqu’il explore les quarts-de-tons. Avec cette lecture en miroir, entre un EOS empli d’une touffeur nébuleuse et un Small Ensemble plus cru et plus direct, plus anguleux aussi, la saxophoniste livre un panorama de son savoir-faire. En décembre 2018, Ingrid nous disait avoir une œuvre de musique de chambre dans les cartons avec Smythe et Pluta. Le confinement aura été propice et aura propulsé jusqu’à nos oreilles cette musique de rêve. Stricto sensu.

https://www.citizenjazz.com/Ingrid-Laubrock-3479133.html

Punte radicali

Novità in casa Intakt, l'etichetta svizzera che documenta con sagacia e perseveranza le spinte della musica creativa che incorpora anche le punte radicali del jazz. I cd della label sono tutti in cartonato, per evitare sprechi di plastica: bella scelta. Iniziamo con Dreamt Twice, Twice Dreamt, Music for Chamber Orchestra and Small Ensemble ad opera della sassofonista e compositrice tedesca Ingrid Laubrock: cinque brani onirici presentati nel primo cd con la Eos Chamber Orchestra, e nel secondo dal suo <> in azione, e il rinforzo degli d'archi del Riot Ensemble, cui era destinata questa partitura visionaria divisa in sei sezioni. La pianista giapponese Aki Takase in trio su Auge con Christian Weber e Michael Griener: un triangolo che già mette in luce strepitose potenzialità.