Skip to content
Independent music since 1986.
Independent music since 1986.

Language

272: INGRID LAUBROCK. Serpentines

Intakt Recording #272/ 2016

Ingrid Laubrock: Tenor Saxophone, Soprano Saxophone, Glockenspiel
Peter Evans: Piccolo Trumpet, Trumpet
Miya Masaoka: Koto
Craig Taborn: Piano
Sam Pluta: Electronics
Dan Peck: Tuba
Tyshawn Sorey: Drums

Recorded on May 24, 2016 at Systems Two, Brooklyn, NYC.

Original price CHF 12.00 - Original price CHF 30.00
Original price
CHF 30.00
CHF 12.00 - CHF 30.00
Current price CHF 30.00
Format: Compact Disc
More Info

After relocating to Brooklyn in 2008 Ingrid Laubrock soon became a creative epicentre in the New York jazz scene, and is now one of the most significant voices in contemporary jazz. The new album 'Serpentines' fits in Laubrock’s musical cosmos, in which improvisational furore and compositional rigour, calculation and freedom, are intermingled. Laubrock grounded this formation with the unusual line-up having been given a carte blanche for the 2015 Vision Festival.

Florian Keller writes in the liner notes: "If we take the title’s suggestion and use snake paths as graphs for the movement of this music, various distinctive characteristics can be determined. Via the crafty compositional and improvisational about-turns, the music spirals upwards, peaking in airy flights. Changes of direction, and rhythmic, melodic turning points drive the music on, and release dramatic potential."

Album Credits

All compositions by Ingrid Laubrock (PRS/MCPS). Recorded on May 24, 2016 at Systems Two, Brooklyn, NYC by Joe Marciano, assistant engineer Max Ross. Mixed by Sam Pluta, mastered by Alan Silverman.
Produced by Ingrid Laubrock and Intakt Records, Published by Intakt Records.

Customer Reviews

Based on 29 reviews
100%
(29)
0%
(0)
0%
(0)
0%
(0)
0%
(0)
F
Francis Davis
NPR Music

She's a German-born, now American-based saxophonist with bold ideas, a shining tone and a penchant for instrumental combinations as attractive as they are unusual - in this case, including tuba, kora, electronics and glockenspiel. Add Tyshawn Sorey on drums and Craig Taborn on piano, and you've got a surefire winner.

P
Peter Margasak
The Chicago Reader

Saxophonist Ingrid Laubrock presents her most ambitious and thorny batch of compositions yet

Over the past decade, saxophonist Ingrid Laubrock has increasingly used composition to provoke and organize adventurous improvisation. She made a major leap on the knotty 2016 album Serpentines (Intakt). The musical personalities she’s assembled, and the unusual timbres they contribute, represent compositional decisions just as profound as anything she’s put down on the page. The band combines her own grainy, jagged tenor and soprano saxophones, the rubbery low end of tuba player Dan Peck, the skittering intervals of pianist Craig Taborn, the glistening harplike fragments of koto player Miya Masaoka, the fractured throb of drummer Tyshawn Sorey, the cleanly articulated smears and tart curlicues of trumpeter Peter Evans (a guest on the album), and the splintery, refracted signal processing of laptop improviser Sam Pluta. Laubrock’s writing, as strong as it is, never prevents her group from exercising its own creativity. Both parts of “Pothole Analytics,” for example, consist of lean, abstract composed phrases, but they’re collaged spontaneously by the musicians so that the overlap among them shifts with every performance. The corkscrew assemblage of “Squirrels,” on the other hand, makes Laubrock’s hand more audible; its slaloming complexity recalls the book for her group Anti-House as well as Tim Berne’s recent work, and requires each player to navigate its breathless twists and turns with careful precision. The busy arrangement seems to throw off charged solos like electrical arcs, though it’s not all constant motion: in one moment of strange repose, Pluta manipulates Masaoka’s glassy lines to create hall-of-mirrors effects. The darting zigzags of the title track (similar in feel to “Squirrels,” and in fact to most of Serpentines) and the rustling, meditative ambience of “Chip in Brain” give the ensemble a variety of ways to prove it can match Laubrock’s rigor. In the sextet’s Chicago debut (Evans isn’t a member), pianist Kris Davis and drummer Tom Rainey sub for Taborn and Sorey.

https://chicagoreader.com/music/saxophonist-ingrid-laubrock-presents-her-most-ambitious-and-thorny-batch-of-compositions-yet/

Reviews in Other Languages

B
Ben Taffijn
Draai om je oren

De uit Duitsland afkomstige saxofoniste Ingrid Laubrock woont inmiddels al weer enige tijd in New York, sinds 2008 om precies te zijn. Terugkijkend blijkt het meer dan een verstandige beslissing, zowel voor Laubrock zelf als voor de New Yorkse avant-garde scene. Het aantal musici waar zij sindsdien haar groepen mee formeert is gestaag gegroeid en een deel vinden we dan ook terug op twee recent bij het Zwitserse Intakt verschenen cd's. Boeiend aan de twee albums is tevens dat ze Laubrock zowel laten horen in de rol van componist ('Serpentines') als in de rol van improvisator ('Planktonic Finales').

Voor 'Serpentines', waarvoor Laubrock alle composities leverde, bracht ze een wat ongewoon septet samen. Dat er twee blazers inzitten - met naast Laubrock op tenor- en sopraansax trompettist Peter Evans - is allesbehalve ongewoon en dat we een drummer en een pianist aantreffen, respectievelijk Tyshawn Sorey en Craig Taborn, is dat evenmin. Maar dat we een tuba, bespeelt door Dan Peck, vinden in plaats van een bas is al minder voor de hand liggend en dat we Miya Masaoko aantreffen met de koto, een Japanse variant van de zither, is met recht bijzonder te noemen, evenals de medewerking van Sam Pluta met zijn vreemde, door elektronica voortgebrachte geluiden. Met dit septet creëert Laubrock een bijzondere muzikale wereld, zoals we dat inmiddels wel van haar gewend zijn.

Neem 'Chip In Brain' dat zo prachtig begint met een ronkende tuba, als een stationair lopende motor van een vrachtwagen, eerst doorsneden met Pluta's vreemde geluiden en met Evans' uithalen en dan met Laubrocks breekbare ijle lijnen op tenorsax, klinkend als een misthoorn. Andere musici vallen bij in deze aan rijkdom winnende klankwereld. Bijzonder is ook 'Squirrels'. Terwijl drums, tuba en in mindere mate piano zorgen voor een blues-achtig ritme, kiezen de blazers het ruime sop en trakteren ons op een overvloed aan atonale noten. En wat te denken van Pecks marsachtige ritme verderop in het stuk dat ineens oprijst uit Pluta's noise. We merkten het al eens eerder op, maar het valt bij het beluisteren van dit album wederom op: Laubrock is steeds meer in eerste instantie componist en dan pas musicus. En dan het type componist dat evenzeer weg weet met het idioom van de jazz als met dat van de hedendaags gecomponeerde muziek.

In de zomer 2015 troffen Laubrock, bassist Stephan Crump en pianist Cory Smythe elkaar voor het eerst in Laubrocks oefenruimte in Brooklyn. De drie kenden elkaar vagelijk, al speelden ze nog niet eerder samen. Maar, zoals Crump opmerkt: "It worked right from the first note, it felt fresh and exciting." En wat doe je dan in zo'n geval? Juist, je neemt een cd op. Eentje vol niet al te lange improvisaties, elf in totaal, waarin volop wordt geëxperimenteerd en waarin die opwinding waar Crump het over heeft voelbaar is. Of planten nu echt groeien op 'Tones For Climbing Plants' hebben we niet uitgeprobeerd, maar het zou zo maar kunnen. Crumps zingende en resonerende bas klinkt hier in ieder geval aantrekkelijk genoeg en Laubrock op sopraansax is een genot voor het oor. De titel 'A House Alone' dekt in ieder geval wel volledig de lading. Middels losse klanken, die de tijd krijgen om weg te sterven, creëert het trio hier in nog geen drie minuten een verstilde wereld. Je ziet het huis liggen, met de meest nabije buur op een half uur rijden. Grappig is 'As If In Its Throat'; het klinkt net zo ongemakkelijk als die graat die in je keel blijft steken.

https://draaiomjeoren.blogspot.com/2017/08/cds-ingrid-laubrock-serpentines-intakt.html

M
Mischa Andriessen
Jazz Mozaiek

Saxofonist Ingrid Laubrock werd geboren in Duitsland, verhuisde naar Engeland en vervolgens naar de VS. Ook in haar muziek toont ze zich een reiziger. Tamelijk traditioneel begonnen, is ze uitgegroeid tot een van de boeiendste musici binnen de meer avontuurlijke jazz. Laubrock heeft al meerdere prachtplaten op haar naam staan. De nieuwe cd Serpentines is opnieuw ijzersterk en bovenal ook behoorlijk wat ambitieuzer dan veel voorgaand werk. Bijzonder uitdagend is de relatief grote en opmerkelijk samengestelde groep. Zeven musici met naast sax, trompet, piano en drums ook ruimte voor tuba, koto en elektronica. Met namen als Peter Evans, Craig Taborn en Tyshawn Sorey aan boord weet iedereen die ook maar een beetje is ingewijd dat hier de absolute top van de Amerikaanse improvisatievoorhoede verzameld is.

De concentratie en gecontroleerde inventiviteit die uit deze muziek naar voren komt, is sensationeel op Laubrocks karakteristieke bescheiden manier. Het is muziek die als de serpentines uit de titel uiterst kleurrijk is en waaruit ook het beeld opstijgt van de langzaam uitrollende serpentines. Hoewel de textuur van de tonen, klankkleuren en subtiele ritmische verschuivingen de meeste aandacht opeist, is dit juist geen abstracte muziek. Onder de oppervlakte brandt en borrelt het.

R
Rolf Thomas
Jazzthing Magazine

Ingrid Laubrock ist seit Langem für originelle Besetzungen bekannt. Doch für ihr neues Album „Serpentines" (Intakt/Harmonia Mundi) hat die deutsche Saxofonistin, die seit Langem in New York lebt, ein Septett kombiniert, das auch in dieser Hinsicht so manches in den Schatten stellt. „Für das Vision Festival 2015 in New York durfte ich eine Band zusammenstellen, für die ich meine Vorstellungskraft schweifen ließ", erzählt Laubrock. „Sam Pluta benutzt Elektronik sehr kompositionell, was mir gut gefällt. Dann wollte ich die Koto von Miya Masaoka dem Klavier von Craig Taborn gegenüberstellen. Schlagzeuger Tyshawn Sorey und den Tubaspieler Dan Peck kannte ich aus anderen Konstellationen. Für die Studioaufnahme habe ich dann noch Peter Evans dazugebeten, weil mir der Kontrast seiner hohen Trompete sinnvoll erschien." Die vier langen Kompositionen Laubrocks reizen die unterschiedlichsten Konstellationen der beteiligten Musiker aus, von wieselflinken Läufen im rasanten „Squirrels" bis hin zu den tiefenentspannten, aber auch leicht beunruhigenden Drones, die Dan Peck auf seiner Tuba im zwölfminütigen „Chip In Brain" ausbreitet - einen herkömmlichen Bass benötigt die Band gar nicht. Wie aber komponiert man für einen unorthodoxen Elektroniker wie Sam Pluta? „Man kann einem Elektroniker nicht einzelne Noten aufschreiben", sagt Laubrock, die mit Pluta schon in anderen Bands gespielt hat. „Ich sage ihm stattdessen beispielsweise:, Schnapp dir die Noten der Koto und bilde daraus ein großes Cluster!"

// SCRAMBLED //